De autobrandstofverwarmer, ook wel bekend als destandkachelsysteem, is een onafhankelijk hulpverwarmingssysteem op het voertuig, dat kan worden gebruikt nadat de motor is uitgeschakeld, en dat ook tijdens het rijden voor extra verwarming kan zorgen.Afhankelijk van het type brandstof kan het worden onderverdeeld inlucht benzine standkachelsysteem enluchtdiesel standkachelsysteem.De meeste grote vrachtwagens en bouwmachines gebruiken een verwarmingssysteem op diesel, terwijl binnenlandse auto's meestal een waterverwarmingssysteem op benzine gebruiken.
Of het nu benzine of diesel is, de standkachel beschikt over een systeem dat voor extra verwarming van de auto zorgt.Het is alleen zo dat de modellen waarmee ze zijn uitgerust verschillend zijn, en ze hebben allemaal hun eigen voordelen.
Het werkingsprincipe van het parkeerverwarmingssysteem is om een kleine hoeveelheid brandstof uit de brandstoftank naar de verbrandingskamer van de standverwarming te halen, en vervolgens wordt de brandstof in de verbrandingskamer verbrand om warmte te genereren, de motorkoelvloeistof of lucht te verwarmen, en vervolgens de warmte via de radiator naar de cabine afvoeren. Tegelijkertijd wordt ook de motor opgewarmd.Tijdens dit proces wordt het vermogen van de batterij en een bepaalde hoeveelheid brandstof verbruikt.Afhankelijk van de grootte van de kachel varieert de hoeveelheid brandstof die nodig is voor één verwarming van 0,2 liter tot 0,3 liter.
Het parkeerverwarmingssysteem bestaat hoofdzakelijk uit een inlaatluchttoevoersysteem, een brandstoftoevoersysteem, een ontstekingssysteem, een koelsysteem en een regelsysteem.Het werkproces kan worden onderverdeeld in vijf werkstappen: inlaatfase, brandstofinjectiefase, mengfase, ontstekings- en verbrandingsfase en warmteoverdrachtsfase.
1. De centrifugaalwaterpomp begint met proefdraaien om te controleren of de waterweg normaal is;
2. Nadat het watercircuit normaal is, draait de ventilatormotor om lucht door de inlaatpijp naar binnen te blazen, en de doseeroliepomp pompt olie via de inlaatpijp in de verbrandingskamer;
3. De ontstekingsplug ontsteekt;
4. Nadat het vuur aan de kop van de verbrandingskamer is ontstoken, brandt het volledig aan de staart en wordt het uitlaatgas via de uitlaatpijp afgevoerd:
5. De vlamsensor kan detecteren of het contact aan staat op basis van de temperatuur van het uitlaatgas, en als het aan is, wordt de bougie uitgeschakeld;
6. De warmte wordt door het water geabsorbeerd en afgevoerd via de warmtewisselaar en naar de watertank van de motor gecirculeerd:
7. De watertemperatuursensor meet de temperatuur van de wateruitlaat.Als de ingestelde temperatuur wordt bereikt, wordt het verbrandingsniveau uitgeschakeld of verlaagd:
8. De luchtregelaar kan het inlaatvolume van verbrandingslucht regelen om de efficiëntie van de verbranding te garanderen;
9. De ventilatormotor kan de snelheid van de binnenkomende lucht regelen;
10. De oververhittingsbeveiligingssensor kan detecteren dat wanneer er geen water is of de waterweg geblokkeerd is en de temperatuur hoger is dan 108 graden, de verwarming automatisch wordt uitgeschakeld.
Posttijd: 22 februari 2023